De weg naar online succes

De e-commerce omzet in Nederland is enorm aan het stijgen. Door deze verhoogde volumes verandert het online landschap voortdurend. Het is een grote uitdaging voor een e-tailer anno 2015 om dit tempo bij te houden en zich te blijven onderscheiden. De snel veranderende verwachtingen van de consument, ingegeven door trends in de richting van user-experience, maakt dat de exploitatie van een effectieve e-commerce onderneming een geheel nieuwe reeks van uitdagingen met zich meebrengt. Hoe kan een e-tailer zich nog onderscheiden om zijn doelpubliek te bereiken en welke marketingtools moet hij inzetten? De experts aan tafel reiken de (beginnend) e-tailer een groot aantal handvatten aan om (meer) online succes te kunnen behalen.

Om online succesvol te kunnen zijn, is het allereerst van belang het oriëntatie- en zoekgedrag van de consument helder voor ogen te hebben. Dat is volgens Bart Eichhorn de laatste jaren ontzettend veranderd. “Het oriëntatiegedrag is met name de afgelopen vier jaar significant gewijzigd van oriënteren op alleen de desktop naar anno 2015 over alle verschillende devices heen. Je moet op alle kanalen aanwezig zijn en die goed op elkaar afgestemd hebben om te kijken welke consument op welk oriëntatiemoment op welk device zit. En welke boodschap laat je dan zien om een consument naar een webshop te krijgen? Men gedraagt zich op een telefoon eenmaal anders dan op een tablet.” Lars Roubroeks: “De ontwikkeling dat de consument steeds meer online is met zijn mobiel biedt kansen als het gaat om het direct vervullen van behoeften, zoals impulsaankopen. Waar hij voorheen naar een computer of zelfs naar een winkel moest om iets aan te schaffen, kan hij nu op zijn mobiel direct in zijn behoefte voorzien. Zorg er dan wel voor dat je webshop goed geoptimaliseerd is voor mobiel. Denk aan het eenvoudig kunnen navigeren en selecteren, maar ook aan betaalmethoden die je mobiel kunt afronden.” André van Kempen is van mening dat het oriëntatieproces in kan haken om op een slimme manier gegevens vrij te krijgen om daarna weer makkelijker tot conversie over te gaan.”

Populaire reuzen

Andreas Giese constateert dat de consument in Duitsland zich steeds meer oriënteert op Amazon. “Vorig jaar nog werd 25 procent van de totale e-commerce omzet via Amazon behaald en de verwachting is dat dat percentage dit jaar toeneemt naar 31 procent. Voor Duitsers is Amazon naast Google de zoekmachine voor consumenten om producten te zoeken.” Bertjan Hopster nuanceert dat enigszins voor de Nederlandse consument. “Het lukt Amazon nog niet echt om in Nederland voet aan de grond te krijgen, als gevolg van een aantal populaire reuzen in ons land die een groot deel van de markt al domineren én doordat het een relatief kleine afzetmarkt is die ze nog niet goed kennen.” Het feit dat Amazon zo groot is in Duitsland, heeft ook gevolgen voor online strategieën van andere ondernemers, weet Bas Kroontje. “Zo beperkt Kaufhof het online assortiment en hebben ze bijvoorbeeld online niet echt een focus op schoenen. Ze gaan niet eens proberen te concurreren tegen Amazon en Zalando. Die ‘mentaliteit’ kun je je als Nederlander niet voorstellen. Dat zegt ook iets over het gedrag en de ondernemersgeest van ons Nederlanders. Ook online.”

Marktplaatsen

Markplaatsen lijken dus meer en meer belangrijker te worden. Hoe moet een e-tailer daarmee omgaan, vraagt Andreas Giese zich af. “Gaat er in de toekomst minder budget naar de webshop? We zien nu vooral klanten die op twee paarden wedden. Dat is in meeste gevallen ook ons advies.” Volgens André van Kempen is het vooral afhankelijk van het soort product dat je verkoopt. Een product met standaard eigenschappen of eisen kan perfect verkocht worden op een marktplaats, maar voor de meer specifieke producten kun je binnen een eigen webshop toch nog een onderscheidende factor creëren.” Een hele belangrijke reden daarvoor is de hoge commissie die de marktplaatsen in rekening brengen, benadrukt Bas Kroontje. “Als je met terugkerende klanten te maken hebt, zal je telkens een bepaalde commissie moeten afstaan aan de marktplaatsen. Terwijl als je zelf die klant via je webshop binnenhaalt, kost je dat in aanvang misschien drie tot vier keer zo veel, maar die kosten kun je spreiden over de herhaalaankopen.” Zo rekent Amazon voor de meeste productgroepen volgens Andreas Giese 15 procent aan commissie per bestelling. Bart Eichhorn: “Daarom is het goed om zelf je verzending te doen met een eigen verpakking. Dat vergroot de kans dat een consument zijn herhaalaankopen doet in de webshop in plaats van op de marktplaats.” Overigens is het volgens Johan Smits lang niet zo dat alle marktplaatsen dergelijke, hoge commissies rekenen. Als je daar behoorlijke volumes doet, zal je zien dat die percentages aanzienlijk dalen. Daar zit ook de valkuil, zegt Bertjan Hopster. “Als marktplaatsen zien dat een bepaald product goed loopt, dan kunnen ze ervoor kiezen om zelf het product groot in te kopen en in het assortiment op te nemen. Een risico voor de e-tailer.”

online succes 3

Wees creatief

Welke mogelijkheden zijn er nog voor zowel de startende als relatief kleine e-tailer om zich te onderscheiden? Lars Roubroeks: “Lokaal adverteren blijft zeker nog een mogelijkheid. Tevens raden we e-tailers aan om steeds nieuwe platformen te omarmen om zo naamsbekendheid op te bouwen. Er zijn nog mogelijkheden genoeg op bijvoorbeeld Instagram, Pinterest en diverse videoplatformen. Je kunt hier best prima een marktaandeel opbouwen. Kijk maar eens naar de verschillende vloggers die via Youtube op een bepaalde manier interactie maken en miljoenen volgers aan zich weten te binden. Wees dus creatief.” Het heeft volgens Bertjan Hopster ook te maken met de niche waarin je acteert. Zit je meer in de massa dan is het veel moeilijker om je te onderscheiden dan wanneer je een specifieke toegevoegde waarde levert qua producten of dienstverlening. Wij hebben klanten die gaan niet mee in de strijd van bijvoorbeeld Bol.com of Coolblue om producten zo snel mogelijk uit te leveren. Zij willen zich onderscheiden door persoonlijk en veel beter advies om zo beter te kunnen inspelen op een individuele klant. Dat zijn zaken waar je je als kleine partij mee kunt onderscheiden, evenals door meer beleving rond je producten over te brengen.”

Toegevoegde waarde

Bart Eichhorn: “Bij grote spelers mis je inderdaad een stukje beleving; er is weinig binding met de klant. Maak een klant blij, niet alleen als ze een product ontvangen, maar ook als ze een bestelling plaatsen, dat geeft een stukje toegevoegde waarde.” Johan Smits vraagt zich toch af of het überhaupt nog wel mogelijk is te concurreren met een partij als Coolblue. “Zij hebben het toch behoorlijk goed op orde als het gaat om elektronica,” zegt hij enigszins sarcastisch. “Zouden er echt kleine partijen zijn die dat veel slimmer kunnen, die veel meer waarde kunnen toevoegen?” Volgens Otto Munsters zouden kleine spelers juist het succes dat grote jongens boeken moeten kopiëren, uitgaande van hun eigen kracht op kleine schaal. Ik denk dat ze dan echt wel een stukje toegevoegde waarde kunnen bieden. En niet alleen met een kaartje zoals Coolblue doet, maar klanten gewoon bellen; één op één contact.” Wim la Haye is het daar roerend mee eens. “Persoonlijk contact is sowieso belangrijk. Geef bijvoorbeeld persoonlijk advies, zoals Outfittery doet. Dat principe zou je in verschillende sectoren kunnen toepassen, ook in elektronica.” Johan Smits: “Maar dan heb je het echt over een onderscheidend concept. Ik denk niet dat je als kleine e-tailer de oorlog wint door verschil te maken op hele kleine onderdelen.” Bertjan Hopster haakt daarop in: “Zo hebben we een klant in car audio. Ze maken mooie Youtube filmpjes van hoe de inbouw plaatsvindt en creëren op die manier een mooie schare fans voor hun webshop. Ook dat is een stukje beleving, maar wel op een heel andere manier dan Coolblue dat doet. En natuurlijk moeten ze ook qua prijs scherp zijn.”

Supply chain

Coolblue heeft volgens Bas Kroontje inderdaad een dominante positie verworven, maken relatief veel marge en hebben veel budget voor marketing. “Ga je als kleinere partij onder die prijs zitten, incasseer je dus minder marge en is er minder geld voor marketing. Gedoemd dus om te mislukken. Anderzijds is de hele supply chain aan een verandering onderhevig. Ik denk dat Coolblue wel rekening moet houden met de magazijnen van bijvoorbeeld Samsung en Apple zelf, die veel meer rechtstreeks zullen gaan verkopen, waardoor op een gegeven moment de supply chain gaat veranderen. Het advies is: ga in die supply chain schuiven. Zo kun je een verkoopprijs hanteren die lager is dan de inkoopprijs van heel veel andere partijen.” Johan Smits: “Je snijdt er dus gewoon een kanaal tussenuit.” Maar hoe ga je dan om met het kanaalconflict, vraagt Michael van der Knoop zich af. “Inderdaad, je zal zeker klanten verliezen, maar ga uit van je eigen kracht,” zegt Kroontje. “Ik adviseer de groothandel om rechtstreeks te gaan verkopen aan de consument en het advies aan de retailer is om rechtstreeks producten bij de fabrikant te betrekken. En diegene die dat het slimst doet, die wint en kannibaliseert de ander.” Otto Munsters herkent het fenomeen. “Wij hebben een klant met een vergelijkbaar kanaalconflict. Het gaat in dit geval over fietsen. Toch houden we iedereen tevreden. Zo kan men een fiets bestellen bij de fabrikant zelf, maar de aflevering vindt altijd plaats bij een zelf te kiezen lokale dealer.”

Opnieuw uitvinden

Veel retailers stellen volgens Johan Smits hun keuze uit. “Als je geen keuze maakt, ben je te laat. Dan doet een ander het en loop je er achteraan. Terwijl als je drie jaar geleden wel een keuze had durven maken, had je voorop gelopen.” Bart Eichhorn: “Je moet jezelf eigenlijk continu opnieuw blijven uitvinden en aanpassen aan de veranderende marktomstandigheden. Nadeel voor de e-tailer is dat de ontwikkelingen nu veel sneller gaan. Hier ligt een mooie taak ook voor ons weggelegd.” Bertjan Hopster: “Fysieke retailers die in online stappen, worden vaak verrast door de budgetten die ze moeten reserveren om online zaken te optimaliseren. Er speelt een hele andere dynamiek online dan fysiek waar je misschien slechts drie keer per jaar een etalage opnieuw moet inrichten.”

Lars Roubroeks constateert de afgelopen jaren een enorme wildgroei aan shops die een klein stukje marktaandeel proberen te pakken. “Om als webshop succesvol te zijn moet je zorgen dat je duidelijk onderscheidend bent of dat je voldoende mogelijkheden hebt om je marktaandeel te kopen via marketing. Go big, go niche or go home.” Bas Kroontje: “Uit onderzoek blijkt niet voor niets dat 90% van de startups al binnen een jaar stopt.” Bart Eichhorn: “Wij hanteren dan ook de regel dat een beginnend e-tailer in fashion voldoende financiële middelen moet hebben om drie seizoenen voor te financieren, plus een budget voor marketing.” Wat wij ook zien is dat veel beginnend e-tailers een webshop nog steeds zien als een eenmalig project; daar gaat het vaak fout, zegt Bertjan Hopster. “Je zult moeten blijven investeren.”

Facebook

Volgens Andreas Giese zijn er voor starters zeer zeker mogelijkheden voor het opbouwen van een community met weinig budget, bijvoorbeeld via Facebook. Otto Munsters: “Daarmee kunnen kleine retailers de persoonlijke onderscheidende factor maken. Alle digitale klantrelaties worden tegenwoordig mainstream, bijna commodity. Je kunt je als kleine e-tailer onderscheiden door iets menselijks toe te voegen, zoals het bouwen van een community via Facebook of iets menselijks als een handgeschreven kaartje, iemand nabellen of iets anders sympathieks doen. Dat is voor de grotere spelers vrij kostbaar.” Inderdaad, zegt Bart Eichhorn, “ga maar eens voor 17.000 mensen een handgeschreven kaartje toevoegen.” André van Kempen: “Aan de andere kant, zelfs lachende baby’s gaan viral, dus ook met kleine middelen is alles nog mogelijk.”

Lars Roubroeks is ervan overtuigd dat je wel uniek moet zijn. “We hebben een klant met een fysieke winkel midden in het winkelcentrum. Een jaar geleden zijn ze daarnaast gestart met een webshop. Door hun unieke formule van snel wisselende collecties en scherpe prijzen, merken ze ook online een enorme groei. In plaats van extra te investeren in meer winkelpanden, is de focus nu verlegd naar het maximaliseren van de resultaten in het online kanaal. Het is meetbaar, sluit goed aan op de doelgroep en zorgt voor snellere groei en betere marges.” Maar hoe bereikt hij dan zijn klanten, op welke manier gaat hij adverteren, vraagt Wim la Haye. Lars: “Facebook is daarin de belangrijkste driver.”

Foto (12 van 21)

Gun- en funfactor

Michael van der Knoop denkt dat het voor heel veel retailers einde oefening is, binnen nu en twee jaar. “Kijk maar naar wat er nu al leegstaat in het straatbeeld. De echte slag naar online gaan ze niet maken, want ze hebben de budgetten er niet voor, de merken gaan rechtstreeks, de zoekkosten voor de consument gaan naar beneden. Je kan allerlei leuke bedenken, zoals de gunfactor, maar de jeugd van nu is daar echt niet meer bezig. Het gaat meer om de funfactor.” Johan Smits kan dat beamen. “Vooral in de fashion zijn er veel retailers die jarenlang hun dingetje hebben gedaan tegen hele hoge marges, maar die nu hun klantenkring aanzienlijk zien slinken.” Ties Arts: “Wat zou je dan kunnen doen als retailer en in welke sectoren blijven de kleine retailers wel behouden?” Misschien in versproducten, al worden daar online ook al steeds meer initiatieven voor uitgerold, zegt Bertjan Hopster. En wat te denken van de pure players die fysieke vestigingen gaan openen? Dat zijn volgens Michael van der Knoop meer de merken die hun winkels meer als marketingkost zien, flagshipstores waarmee ze meer publiek willen bereiken. “De business wordt online gedaan.” Volgens Andreas Giese is het ook regioafhankelijk. “Verschillende spelers in Duitsland bekijken per regio hoe om te gaan met de multi-channel strategie en dan blijkt dat een online aanwezigheid de aanloop in een fysieke winkel juist versterkt.” Wim la Haye: “Ook uit cijfers van Coolblue blijkt dat op plekken waar een fysieke vestiging wordt geopend, de online verkopen gigantisch toenemen. Qua marketingkosten klopt het plaatje dan wel. Op het moment dat de complexiteit van producten toeneemt, hoe meer behoefte er is aan persoonlijk contact. Nu, maar ook in de toekomst. Beide kanalen, fysiek en online, zullen elkaar versterken.” Bas Kroontje: “Dat zie je ook in Amsterdam gebeuren met bijvoorbeeld de 9 Straatjes, terwijl de ‘klassieke’ Kalverstraat versobert.”

Zoekmachinemarketing

Als het gaat om SEO en SEA ziet Andreas Giese nog zeer zeker mogelijkheden. “Zoekmachinemarketing is zeker in de opstartfase een van de belangrijkere kanalen om in te investeren.” Dat vindt ook Lars Roubroeks, al plaatst hij wel een kanttekening. “Investeren in SEO en SEA is zeker waardevol, maar het zou niet slecht zijn als er een verschuiving zou zijn en er meer budget gaat naar conversieoptimalisatie. Nu gaat 95 procent van al het budget naar het binnenhalen van traffic, maar stel dat je conversie niet hoger komt dan 3 procent, wat doe je dan met die andere 97 procent? Spendeer daarom wat meer aan conversieoptimalisatie en probeer die bijvoorbeeld naar 6 procent te krijgen; dan zie je meteen dat je omzet verdubbelt. En dat met relatief weinig extra investeringen.”

Voor specifiek e-commerce is het ook interessant wat Google gaat doen, meent Bertjan Hopster. “De koopknop gaat er komen. Dat betekent dat je in de Product Listing ADS gelijk een conversie kan maken. Dat is eigenlijk een antwoord van Google op de grote marktplaatsen, waarbij Google het voordeel heeft dat ze nog een stap daarvoor zit. Dus in die zin is het wel belangrijk om SEO en SEA als vast onderdeel binnen je strategie te behouden.”

Maketingmix

Johan Smits ziet Google als een van de touchpoints binnen een customer journey. “Uiteindelijk kan Google het in de meeste gevallen niet zelf leveren. Ik denk wel dat Google heel belangrijk is in de marketingmix, maar je zou als e-tailer ook kunnen inzetten op bijvoorbeeld een prijsvergelijker. Ook daarop worden mooie resultaten geboekt, zo weten we uit ervaring.”

Otto Munsters: “Het zoekgedrag van de consument is zo pluriform, dus zeker als het gaat om directe verkopen blijft SEA belangrijk. Voor de kleine e-tailer moet je de schaalgrootte zo specifiek mogelijk houden. Gebruik bijvoorbeeld longtail zoekwoorden in de optimalisatie. Wat we wel zien is dat budgetten veel meer verschuiven van allerlei trafficinspanningen naar optimalisatie van de webshop zelf.”

Op het gebied van affiliatemarketing constateert Bertjan Hopster een herschikking naar kwalitatieve samenwerking. “De cowboys zijn er inmiddels wel tussenuit,” zegt hij. Johan Smits merkt op dat je via een affiliatenetwerk relatief snel een bepaald bereik kunt halen. “Let wel op dat de publishers waarmee je werkt binnen je strategie en binnen je kanalen passen. Focus je op zo’n twintig tot dertig publishers en ga daar de interactie mee aan.” Ga inderdaad kritisch om met het goedkeuren van publishers, vindt ook Otto Munsters. “En dan heb je een mooi business model, no cure no pay.”

Geschikte lay-outs

Onder optimalisatie van een webshop behoort onder meer het bieden van een aantrekkelijk design. “Een e-tailer moet bewust omgaan met zijn budget en niet alles investeren op inspiratie, maar ook zeer zeker kijken naar de mogelijkheden van conversieoptimalisatie,” vindt André van Kempen Bekijk. “Dat betekent per pagina goed bekijken wat de bezoeker wenst te doen op deze pagina; is dit inspireren of juist converteren? In het laatste geval raad ik aan om zo min mogelijk afleiding te geven (dus houd het clean) om zo tot de maximale conversie te komen.” Volgens Johan Smits moet die beleving veel verder doorgetrokken worden in de shop dan alleen op de homepage zelf. “In de nieuwe versie van Magento is daar ook meer ruimte voor. Categorieën en subcategorieën worden eigen ‘shopping worlds’, waarbij je bijvoorbeeld direct vanuit een foto kunt bestellen. Denk aan een bepaalde outfit die wordt getoond of een afbeelding van een gedekte tafel van waaruit je verschillende producten direct kunt bestellen; dat werkt veel beter dan een lange lijst met producten.” Michael van der Knoop ziet op dat vlak ook kansen voor de B2B-markt. “Conceptmatig denken om snel een totaal winkelbeeld neer te kunnen zetten. Visueel goede content waar je alle producten benoemt van een bepaalde afdeling die in één keer in de winkelmand gelegd kunnen worden. En dan ook met extra kleuren en afwijkende maten. Zo ontstaat een heel goed gevulde winkelmand die de koper vervolgens kan finetunen.” Ties Arts: “En als een bezoeker dan voor een tweede of derde keer komt, kun je het aanbod steeds verder personaliseren om zo uiteindelijk een klant voor het leven te bedienen.” Het is zelfs al mogelijk om een vergelijkbaar concept met video te realiseren, zegt Bart Eichhorn. “Shop the look; dan heb je het pas echt over beleving.”

Backoffice

Bij het optimaliseren van je webshop moet je ook rekening houden met een efficiënte backoffice. Wim la Haye: “Bij het inrichten van de backoffice moet je goed voor ogen hebben hoe je marketing eruit ziet en welke informatie je minimaal online moet presenteren om een product goed aan de man te brengen. Let erop dat degene die je ERP gaat integreren ook zorgt voor rapportages, geautomatiseerde testscenario’s en foutlog’s. Het gaat immers om cruciale informatie binnen je orderproces met voorraadstanden, et cetera.” Ondanks die diepgang zijn er ook voor beginnend e-tailers mogelijkheden, zonder direct flink te moeten investeren. “Afhankelijk van je e-commerce pakket zijn er diverse integratiemogelijkheden, standaard koppelingen.” Bertjan Hopster vult aan: “We zien dat veel e-tailers (vooral starters) op abonnementsbasis een connector gaan gebruiken om te koppelen met bijvoorbeeld boekhoudsoftware of winkelautomatisering, en zodoende niet gelijk de investering hoeven aan te gaan om een koppeling te laten bouwen.”

online succes 4

Targeting opties

Het werd al eerder aangehaald, Facebook is volgens de experts aan tafel een van de belangrijkste, zo niet hét belangrijkste social media kanaal om campagne te voeren. Andreas Giese: “Het mooie aan Facebook zijn de targeting opties, die soms nog wel verder gaan dan bij Google. Zo kun je heel gericht je doelgroep bereiken. Ook is het mogelijk om via Facebook op Instagram te adverteren, met dezelfde targeting opties. Waarschijnlijk zal niet iedereen daar direct op inspringen, dus hier ligt een mooie kans voor een e-tailer om tegen lage kosten per click te adverteren.” De ‘clickprijs’ is inderdaad laag en vergelijkbaar met de beginperiode van video op Facebook. Spotgoedkoop dus en mooie mogelijkheden, vindt Bart Eichhorn. “En zeker ook omdat Facebook het enige kanaal is dat cross device helemaal op orde heeft, omdat gebruikers zowel zijn ingelogd op hun smartphone, tablet als desktop. Het enige kanaal waarop je de consument op alle touchpoints kan volgen.” Otto Munsters ziet ook nog mogelijkheden op Pinterest, vooral voor kleinere partijen die zich richten op lifestyle producten en veel met beleving bezig zijn.

Productfotografie

Een beeld zegt vaak meer dan duizend woorden. Dat geldt zeker ook voor e-commerce. “Dankzij de nieuwste technieken is het tegenwoordig prima mogelijk om snel en efficiënt een kwalitatief goede foto te maken voor gebruik in een webshop,” zegt Menno Ritsema. Hij doelt op apparatuur die het mogelijk maakt om direct vrijstaand te fotograferen, waarbij de achtergrond automatisch wordt weggenomen. “Via allerlei koppelingen kan de foto binnen twee seconden in het juiste formaat met de juiste benaming en met de gewenste achtergrond op iedere plaats in de webshop worden geparkeerd.” Volgens Ritsema is 360 graden fotografie hartstikke leuk, maar de consument zit er niet op te wachten. “Je praat dan over een bestand dat minimaal 2Mb groot is. Ik zou voorstellen om 360 graden fotografie alleen voor je ‘kroonjuwelen’ te gebruiken. Een gemiddelde productfoto zou niet groter moeten zijn dan 50Kb.” Rik Willems is het daar niet mee eens. “Harde schijfruimte is tegenwoordig een stuk goedkoper dan in het verleden en daarmee geen belemmerende factor. Begin met een gewone foto en geef de keuze om 360 graden foto’s te laden. In Nederland zijn we gezegend met een zeer adequaat mobiel netwerk, dus ik zou e-tailers zeker adviseren gebruik te maken van de mogelijkheden van 360 graden fotografie.” Volgens Bart Eichhorn biedt 360 graden fotografie ook een hogere conversieratio dan gewone afbeeldingen. Het vervelende is dat een e-tailer daar over het algemeen geen tijd voor heeft, zegt Menno Ritsema. “Gelukkig merken we dat de kwaliteit van productfotografie in webshops steeds beter begint te worden.”

Inspireren

E-commerce gaat dus steeds meer naar inspiratie. Bart Eichhorn: “Daar zal een e-tailer zich zeker in de toekomst meer mee kunnen onderscheiden, want het is een aspect dat Google met zijn Product Listing ADS gewoon niet biedt. Als een consument op zoek is naar een leuke outfit voor een feestje of bepaalde gelegenheid of je wil je hele huis veranderen, dan is er meer behoefte aan inspiratie. De klanten waarbij wij contentmarketing inzetten, niet alleen qua tekst, maar ook qua video, images en infographics, noteren een hoger conversiepercentage vanuit de webshop en zijn ook loyaler.”

Lars Roubroeks adviseert e-tailers ook eens te kijken naar andere sectoren als het gaat om inspireren. “Kijk maar eens naar architecten, zij kunnen hun opdrachtgevers digitaal al door een compleet gebouw laten lopen en het zelfs al laten inrichten. Dat is een complete beleving creëren, zonder dat er ook maar één steen is gelegd.” André van Kempen geeft als voorbeeld de behangapp, waarbij consumenten een foto kunnen maken van hun muur en vervolgens het gewenste behang kunnen selecteren. “Of Ray-Ban die via de webcam een bril op je neus projecteert,” zegt Rik Willems. “ En dan combineren met social share.” Kortom, mogelijkheden genoeg om jezelf te onderscheiden.

 

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*